![background image](/i/bosch/96934/bosch-0-601-063-108-gll-2-50/h/bosch-0-601-063-108-gll-2-50-048.png)
48
| Nederlands
1 609 92A 0KJ | (6.5.14)
Bosch Power Tools
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de afbeelding van
het meetgereedschap op de pagina met afbeeldingen.
1
Opening voor laserstraal
2
Weergave pulsfunctie
3
Toets pulsfunctie
4
Functietoets
5
Batterij-indicatie
6
Statiefopname 1/4"
7
Aan/uit-schakelaar
8
Deksel van batterijvak
9
Serienummer
10
Laser-waarschuwingsplaatje
11
Vergrendeling van het batterijvakdeksel
12
Richtschijf*
13
Richtindicatie 0° op de richtschijf
14
Richtindicatie 90° op de richtschijf
15
Richtindicatie 45° op de richtschijf
16
Pen van de richtschijf
17
Beschermetui*
18
Opbergkoffer*
19
Laserbril*
20
Meetplaat met voet*
21
Laserontvanger*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt standaard
meegeleverd.
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Gebruik uitsluitend alkali-mangaan-batterijen.
Als u het batterijvakdeksel
8
wilt openen, drukt u op de ver-
grendeling
11
in de richting van de pijl en verwijdert u het bat-
terijvakdeksel. Plaats de meegeleverde batterijen. Let daarbij
op de juiste poolaansluitingen, zoals aangegeven op de bin-
nenzijde van het batterijvak.
Als de batterij-indicatie
5
rood knippert, moet u de batterijen
vervangen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het
langdurig niet gebruikt.
Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen.
Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap.
Na sterke externe inwerkingen op het meetge-
reedschap dient u, voordat u de werkzaamheden voortzet,
altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren
(zie „Waterpasnauwkeurigheid”).
Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-
plaatst of vervoert.
Bij het uitschakelen wordt de pen
deleenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt
inschakelen
duwt u de
aan/uit-schakelaar
7
in de stand
„
on”
(voor werkzaamhe-
den zonder automatisch waterpassen) of in de stand
„
on”
(voor werkzaamheden met automatisch waterpassen). On-
middellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap la-
serlijnen uit de laserstraalopeningen
1
.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote
afstand.
Als u het meetgereedschap wilt
uitschakelen
, duwt u de
aan/uit-schakelaar
7
in de stand
„off”
. Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Automatische uitschakeling deactiveren
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een be-
drijfsduur van 30 minuten. Als u de automatische uitschake-
ling wilt deactiveren, houdt u tijdens het inschakelen van het
meetgereedschap de functietoets
4
3 seconden lang inge-
drukt. Als de automatische uitschakeling gedeactiveerd is,
knipperen de laserlijnen na 3 seconden kort.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit.
Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, schakelt u
het meetgereedschap uit en weer in (zonder de functietoets
4
ingedrukt te houden).
Functies (zie afbeeldingen A–D)
Het meetgereedschap beschikt over drie functies. U kunt op
elk gewenst moment tussen de functies wisselen:
– Horizontale functie
„–”
: voor een horizontale laserlijn.
– Verticale functie
„l”
: voor een verticale laserlijn.
– Snijlijnfunctie
„+”
: voor een horizontale en een verticale
laserlijn.
Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
snijlijnfunctie. Als u van functie wilt wisselen, drukt u op de
functietoets
4
.
Alle drie functies kunt u met of zonder automatisch nivelleren
kiezen.
OBJ_BUCH-817-005.book Page 48 Tuesday, May 6, 2014 10:15 AM