61
8 s
loop
en
v
erWerkInG
De ontmanteling van de waterreiniger mag alleen verricht worden door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming
met de heersende wetgeving van het land van installatie.
Met name duidt het symbool
, op identificatieplaatje (12), erop dat het product niet samen met huishoudelijk
afval weggegooid mag worden.
Wend u tot het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of tot uw verkoper.
attentIe
• Voordat u de waterreiniger sloopt dient u hem onbruikbaar te maken, door bijvoorbeeld de voedingskabel door te
snijden. Ook de onderdelen die een gevaar kunnen vormen voor kinderen moeten onbruikbaar worden gemaakt,
aangezien kinderen er mee kunnen gaan spelen.
9 o
nGemakken
, o
orzaken
e
n
o
plossInGen
attentIe
• Voordat u ingrepen gaat verrichten dient u de handelingen van de paragraaf “Stilstand” uit te voeren. Mocht u
er niet in slagen de waterreiniger met behulp van de informatie uit onderstaande tabel weer normaal in werking
te stellen dan dient u zich te wenden tot een Gespecialiseerd Technicus.
ONGEMAKKEN
OORZAKEN
OPLOSSINGEN
Wanneer de hoofdschakelaar
(2) op “1” gezet wordt gaan
de waterreiniger niet van
start.
Denkt u ook aan de nota van
de paragraaf “Onderbreking
van de werking (Total Stop)”.
Er is een veiligheidsvoorziening van
de installatie waarop de waterreiniger
is aangesloten in werking getreden
(zekering, differentiaalschakelaar,
enz.).
De stekker van de voedingskabel is
niet juist naar binnen gestoken.
Schakel de veiligheidsvoorziening terug.
Bij een nieuwe inwerkingtreding dient u de
waterreiniger niet te gebruiken en moet u zich
tot een Gespecialiseerd Technicus wenden.
Trek de stekker uit het stopcontact en steek
de stekker weer opnieuw naar binnen
De waterreiniger trilt erg en
is lawaaiig.
Het filter van de wateringang (15)
is vuil.
De watertoevoer is onvoldoende.
Houdt u aan de aanwijzingen van de
paragraaf “Gewoon onderhoud”.
Controleer of de kraan volledig open is en of
het bereik van de waterleiding overeenkomt
met hetgeen vermeld wordt in de paragraaf
“Kenmerken en Technische Gegevens”
Schaarse aanzuiging van
reinigingsproduct.
De inrichting voor de regeling van de
aanzuiging van het reinigingsproduct
(22) is niet correct ingesteld.
Ontbreken van product in het flesje.
Het gebruikte reinigingsproduct is te
viskeus
Ga te werk zoals vermeld wordt in de
paragraaf “Werking met reinigingsproduct”
Voeg product toe.
Gebruik een reinigingsproduct dat aanbevolen
wordt door de Fabrikant, en houdt u aan de
verdunningen die op het plaatje staan.
Er komt geen water uit het
mondstuk.
Er ontbreekt water.
Mondstuk water is verstopt.
Controleer of de kraan van de waterleiding
volledig open is.
Reinig en/of vervang het mondstuk op grond
van hetgeen vermeld wordt in de paragraaf
“Gewoon onderhoud”.
De waterreiniger komt tot
stilstand tijdens de werking.
Er is een veiligheidsvoorziening van
de installatie waarop de waterreiniger
is aangesloten in werking getreden
(zekering, differentiaalschakelaar,
enz.).
Er is een amperometrische
beveiliging in werking getreden.
Schakel de veiligheidsvoorziening terug.
Bij een nieuwe inwerkingtreding dient u de
waterreiniger niet te gebruiken en moet u zich
tot een Gespecialiseerd Technicus wenden.
Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in de
paragraaf “Veiligheidsinrichtingen”.
De hoofdschakelaar (2) is
gedraaid, de motor bromt
maar gaat niet van start
De elektrische installatie en/of het
verlengsnoer zijn niet geschikt.
Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in de
paragraaf “Controle en Aansluiting op het
Elektriciteitsnet”.
NL