Nederlands
81
Aan de knop draaien.
– In de richting van de wijzers van de klok:
toerental zijbezems wordt kleiner
– Tegen de wijzers van de klok in: toeren-
tal zijbezems wordt groter
A Alleen rijden
B Vegen en rijden
Uitwerpklep van het veeggoedreservoir
openen en vergrendelen.
Uitwerpklep van het veeggoedreservoir
optillen en sluiten.
Waarschuwing
Het apparaat is uitgerust met van een zit-
contactschakelaar. Bij het verlaten van de
chauffeursstoel wordt het apparaat uitge-
schakeld.
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Gaspedaal op neutrale stand.
Parkeerrem vastzetten.
Regeling motortoerental 1/3 uittrekken.
Tip
De startmotor nooit langer dan 10 secon-
den gebruiken. Voor het opnieuw gebruiken
van de startmotor minstens 10 seconden
wachten.
Omschakelen naar werking op benzine.
Choke uittrekken.
Contactsleutel in het contactslot steken.
Contactsleutel in stand „II“ draaien.
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Gasfles met de aansluiting naar bene-
den plaatsen (afname van vloeibaar
gas).
Beugelsluiting dichtmaken.
Veiligheidspal aanbrengen.
Gasslang met wartelmoer vastdraaien
(sleutelwijdte 30 mm).
Instructie
De aansluiting draait linksom.
Ventiel gasfles openen.
Omschakelen naar werking op gas.
Contactsleutel in het contactslot steken.
Contactsleutel in stand „II“ draaien.
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Waarschuwing
Ventiel gasfles openen en voor het om-
schakelen van de werking op benzine naar
de werking op gas, terwijl de motor draait,
de motor op bedrijfstoerental brengen.
Veegrol omhoog brengen.
Zijbezems opheffen.
Regeling motortoerental volledig uit-
trekken.
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Parkeerrem losmaken.
Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.
Gaspedaal "achteruit" langzaam indruk-
ken.
Tip
Rijgedrag
– Met de rijpedalen kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
– Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
– Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Waarschuwing
De remwerking kan door indrukken van het
rempedaal ondersteund worden.
Over vaststaande hindernissen tot 70 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 70
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
ṇ
Waarschuwing
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Tip
Om een optimaal reinigingsresultaat te krij-
gen, moet de rijsnelheid aan de omstandig-
heden aangepast worden.
Toerental zijbezems inschakelen
Verstelling rijden/vegen
Uitwerpklep van het veeggoedre-
servoir openen/sluiten
Apparaat starten
Apparaat starten voor werking op benzi-
ne
Apparaat starten voor werking op gas
Apparaat verrijden
Vooruit rijden
Achteruit rijden
Remmen
Over hindernissen heen rijden
Veegbedrijf