Инструкция для SONY GV-HD700E

(скачивание инструкции бесплатно)
Формат файла: PDF
Доступность: Бесплатно как и все руководства на сайте. Без регистрации и SMS.
Дополнительно: Чтение инструкции онлайн
background image

De
 v

id

eor
eco

rde
r a
anp

as
sen

NL

57

Het menu 

(DISPL.INST.)

Weergave-instellingen voor het LCD-
scherm (LCD INSTEL./KLEURENBALK/
GEGEVENSCODE, enzovoort)

De standaardinstellingen worden aangeduid 
met 

B

.

De aanduidingen tussen haakjes worden 
weergegeven als de items zijn geselecteerd.

Zie pagina 53 voor meer informatie 
over het selecteren van menu-items.

U kunt de gewenste instellingen voor het 
LCD-scherm selecteren. Het opgenomen 
beeld wordt hierdoor niet beïnvloed.

x

HELDERHEID

U kunt de helderheid van het LCD-scherm 
aanpassen met 

B

/

b

.

z

Tips

• U kunt ook het LCD-scherm uitschakelen 

(p. 32).

• U kunt de helderheid van het LCD-scherm ook 

aanpassen met de LCD BRIGHT-knoppen (–/+) 
(p. 18).

x

CONTRAST

U kunt het contrast van het LCD-scherm 
aanpassen met 

B

/

b

.

x

KLEURNIVEAU

U kunt de kleurintensiteit van het 
LCD-scherm aanpassen met 

B

/

b

.

x

KLEURFASE

U kunt de gewenste kleurtint van het 
LCD-scherm aanpassen met 

B

/

b

.

x

SCHERPTE

U kunt de scherpte van de beeldomtrek 
aanpassen met 

B

/

b

.

Druk op MENU 

t

 selecteer 

 

(DISPL.INST.) met 

V

/

v

 

t

 druk op 

EXEC.

LCD INSTEL.

x

LCD-PROFIEL

U kunt maximaal zes instellingen voor het 
LCD-scherm opslaan op de videorecorder 
als LCD-profielen. Met deze opgeslagen 
profielen kunt u later snel de gewenste 
LCD-instellingen ophalen.

LADEN

U kunt de LCD-instellingen laden en uw 
videorecorder gebruiken met deze 
instellingen.

1

Selecteer [LADEN].

2

Selecteer het LCD-profiel dat u wilt 
laden.

3

Selecteer [JA] in het controlescherm.
Het geselecteerde LCD-profiel wordt 
actief.

OPSLAAN

U kunt de huidige LCD-instellingen 
opslaan als nieuwe 
LCD-profielinstellingen.

1

Selecteer [OPSLAAN].

2

Selecteer [NIEUW BESTND] of een 
bestaande profielnaam.

3

Selecteer [JA] in het controlescherm.
De LCD-profielinstellingen worden 
opgeslagen.

• Als u [NIEUW BESTND] selecteert, wordt 

de profielnaam ingesteld op [LCD1]-
[LCD6].

• Als u een bestaand LCD-profiel als 

bestemming selecteert, wordt het LCD-
profiel overschreven.

PROFIELNAAM

U kunt de naam van het LCD-profiel 
wijzigen.

1

Selecteer [PROFIELNAAM].

2

Selecteer het LCD-profiel waarvan u de 
naam wilt wijzigen.
Het scherm met de profielnaam wordt 
weergegeven.

Wordt vervolgd 

,

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
Оглавление инструкции

Document Outline