21
Nl
middelen (zoals metaalspons, te harde borstel of agres-
sieve schoonmaakmiddel enz.)
Reiniging van de vetfilters
WANNEER: minstens 1 keer in de 2 maanden reinigen
om brandgevaar te vermijden.
AFNEMEN VAN DE FILTERS: ter hoogte van de
handgreep, de grendel naar achteren duwen en de filter
naar beneden trekken.
REINIGING VAN DE FILTERS: Was de filters met de
hand of in de vaatwasser met een neutraal reiniging-
smiddel. De vaatwasser kan de kleur van de filters iets
doen vervagen; dit heeft echter geen invloed op de
goede werking van de filters.
Vervanging van de koolstoffilter (P)
(Alleen voor recirculatie)
WANNEER: minstens 1 keer in de 6 maanden.
AFNEMEN VAN DE FILTER: indien het apparaat in de
filterversie gebruikt wordt, zal het nodig zijn het kool-
stoffilter te vervangen: duw de grendel naar binnen en
schuif de koolstoffilter eruit.
Vervanging van de led:
- Vervang door led van hetzelfde type.
STorINGeN
Bij een storing van de afzuigkap, voer de volgende con-
troles uit alvorens de Technische Dienst te raadplegen:
• Als de afzuigkap niet functioneert:
Controleer of: Controleer dat:
- er geen stroomonderbreking is.
- er een snelheid is geselecteerd.
• Bij een laag rendement van de afzuigkap:
Controleer of: Controleer dat:
- de ingestelde snelheid volstaat voor de afgegeven
hoeveelheid rook en dampen.
- de keuken is voldoende geventileerd voor een cor-
recte luchttoevoer.
- de koolstoffilter niet is verzadigd (i.g.v. recirculatie).
• het uitvallen van de afzuigkap tijdens de normale
werking heeft plaatsgevonden.
Controleer of: Controleer dat:
- er geen stroomonderbreking is.
- de omnipolaire schakelaar niet is opgetreden.
Niet meegeleverde onderdelen