schroeven.
- Verbind de slang met de reductie op de luchtuitgangsopening (Afb.15).
- Breng de elektrische aansluiting van de afzuigkap tot stand met de voedingskabel.
- Monteer de telescopische buizen door ze op de kap te laten rusten. Let erop dat de vleugels van de onderste buis
goed passen (Afb. 12); til de boevnste buis op tot tegen het plafond en bevestig hem met behulp van de 2 schroeven
H (Afb.12).
- Houd er rekening mee dat de filterversie een koolstoffilter nodig heeft en ga na of er al een filter ingebracht is. Zo
nodig een filter zoals volgt inbrengen: kristalelement openen door een draaibeweging naar buiten toe (Afb.16); vetfilter
verwijderen door de houder naar buiten toe te draaien (Afb. 17). Koolstoffilter inbrengen door diens onderste rand in
te passen en hem naar de kap toe te draaien (Afb.18).
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb.19:
A) Lampjes uit.
B) Lampjes aan.
C) Verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien gedurende 2" ingeduwd, valt de motor stil.
D) Start de motor (de laatst gebruikte snelheid wordt opgeroepen) en versnel maximaal.
E) RESET FILTERALARM / TIMER: de knop indrukken tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor)
om de timer terug te stellen. De knop indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na
5 minuten automatisch uitgeschakeld.
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Wanneer de LED rood is (bij uitgeschakelde motor) wijst dit op het FILTERALARM. Wanneer de LED groen is (knipperend)
wijst dit erop dat de TIMER werd ingeschakeld met de knop E.
FILTERALARM:
Na 30u werking, wordt de led L2 ROOD; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, wordt de led L2 ROOD en gaat hij knipperen; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb.20:
P1) OFF/- verlichting: verlaagt de lichtsterkte, tot aan de minimum intensiteit. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, gaan
de lichten uit.
P2) ON/+ verlichting: schakelt de verlichting in op de laatst ingestelde lichtsterkte (vóór de laatste uitschakeling).
Verhoogt de lichtsterkte, tot aan de maximum intensiteit.
P3) OFF/- Motor: verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de motor
afgezet. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft wanneer FILTERS ALARM actief is, wordt de UREN-teller teruggezet op nul.
P4) ON/+ Motor: schakelt de motor in op de laatst ingestelde snelheid (vóór de laatste uitschakeling).
Verhoogt de motorsnelheid, tot aan de maximum snelheid (NIET INTENSIEF).
Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de Timer van 5 minuten geactiveerd, hetgeen AANGEDUID wordt door het
knipperen van de leds die bij de op dat moment ingestelde snelheid horen.
Indien deze toets 2" ingedrukt blijft wanneer deTimer actief is, wordt deze GEËLIMINEERD.
P5) INT: functioneert alleen als de MOTOR AAN is.
Bij de eerste keer indrukken, activeert hij de EERSTE intensieve snelheid, als hij een tweede keer ingedrukt wordt, activeert
hij de TWEEDE intensieve snelheid, indien hij de DERDE keer ingedrukt wordt keert hij terug naar de snelheid die ingesteld
was vóór de intensieve snelheid (d.w.z. één van de eerste 4)
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Tweekleurige led: GROEN = geeft de Eerste intensieve snelheid aan. ROOD = geeft de Tweede intensieve snelheid
aan.
FILTERALARM:
Na 30 uur werking knipperen de eerste 2 leds (L1). Dit betekent dat de vetfilters gereinigd moeten worden. Na 120 uur
werking knipperen de laatste 2 leds (L1). Dit betekent dat de vetfilters gereinigd en de koolstoffilters vervangen moeten
worden. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het
filteralarm gedrukt op de knop P3 om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb.21:
A) verlichting uit.
B) verlichting aan.
C) Mindert de snelheid van de motor, tot de nulsnelheid wordt bekomen. Indien hij 2" lang wordt ingedrukt wanneer het
Filteralarm actief is, zet hij de UREN-telling terug op nul.
D) Schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid
wordt bereikt.
E) Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING). In de Automatische bediening is de sensor